De NL-SfB classificatiemethode is een methode om gebouwelementen (onderdelen) te coderen. Ze is gebaseerd op de Elementenmethode zoals deze op licentieniveau wordt beheerd door de BNA. De Elementenmethode kent een lange historie, beginnend in 1947 bij de publicatie van het Zweedse SfB-systeem. De SfB Tabel 1 is in 1991 geïntroduceerd in Nederland als de elementenmethode ’91. In de uitgave van de NL/SfB Tabellen in 2005 zijn naast een herziene versie van de elementenmethode ’91 ook de overige SfB tabellen afgedrukt. Ontwikkelingen in bouwkundige technologieën, classificatie-principes en gegevensbeheer hebben in de periode 1947-1996 tot geactualiseerde versies van de Elementenmethode geleid. (bron: https://www.stabu.org/).
Voor een betere integratie van de gebouwinstallaties in de NL-SfB is BIMloket actief. Hun bijdrage -samen met Stabu- moet leiden tot een geschikte indeling voor digitale toepassingen (NEN2699). Na een markconsultatie begin 2018 is het nu wachten op de uitkomst van hun interventie (status: 1-6-2018).
Overigens noteert Stabu NL-SfB als NL/SfB. Aangezien deze notatiewijze in digitale toepassingen en webomgevingen vaak tot foutmeldingen leidt houdt GB Techniek-Beheer het liever bij NL-SfB.
NL-SfB code – wat houdt die in?
Om een gebouw, bouwwerk of weg- en waterbouwkundig kunstwerk effectief te kunnen beheren is het handzaam om dit in onderdelen te kunnen “opknippen” zonder dat het zicht op de samenhang verloren gaat. In een goed opgezet systeem zijn deze onderdelen -ook wel elementen genoemd- doorgaans homogeen.Verder biedt het de mogelijkheid om op verschillende detailniveaus op te nemen (bijv. grof: gevels, dak, vloer; bijv. fijn: gemetseld geveldeel, glaspui, hardhouten deur).
Door het noodzakelijke onderhoud per element te beschrijven in handelingen kan zo ook van de meest complexe bouwwerken het onderhoud in de tijd worden vastgelegd. Dat geldt niet alleen het toekomstig onderhoud, ook verslaglegging van het uitgevoerde onderhoud kan aan de elementen worden gekoppeld.
Bijzonder handzaam is de indelingsmethode bij gebruik voor een conditiemeting. Alle elementen worden daarbij visueel gecontroleerd op gebreken. Zo ontstaat -zelfs op grof elementniveau- een onderbouwd inzicht in de staat van onderhoud. De veelgebruikte NEN2767 conditiemethodiek maakt ook gebruik van de NL-SfB classificatie.
Hoe ziet de hoofdindeling van de NL-SfB er uit?
De NL-SfB codering is een codering met 3 groepen van elk 2 cijfers, gescheiden door een punt. In sommige gevallen bevat de laatste groep 4 ipv 2 cijfers.
- eerste 2 cijfers: NL-SfB hoofdstukaanduiding -> hoofdelementen
- tweede 2 cijfers: NL-SfB paragraafaanduiding -> subhoofdelementen
- derde 2/4 ciifers: NL-SfB materiaalaanduiding -> elementverbijzondering
Waar de eerste 2 cijfers door de meeste bedrijven in de branche conform wordt gebruikt komen in -met name- de derde groep (2/4cijfers) veel vaker bedrijfseigen indelingen voor.
Voor een idee van de NL-SfB-hoofdstukindeling volgens Stabu klik op onderstaande afbeeldingen.
Door de jaren heen zijn veel variaties gekomen op de officiële basislijst van de NL-SfB-codering. Om verwarring in de markt weg te nemen hebben BNA en STABU gemeend een officiële uitgave beschikbaar te stellen. In deze officiële uitgave van BNA en STABU zijn de 5 tabellen van NL/SfB beschikbaar.
Begin 2019 komt BIMloket.nl met een update van de NL-SfB-opzet.
Klik hier om de BNA-STABU lijst te downloaden (xlsx-formaat).
Klik hier om naar BIMloket te gaan